Cognitieve Adaptatie Training

CAT-I: Een implementatieonderzoek om het dagelijks gebruik van Cognitieve Adaptatie Training (CAT) te integreren in de begeleiding van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) in de langdurige zorg

In het kort
Hoofdonderzoeker: Michelle van Dam, MSc
Betrokken instelling: Rijksuniversiteit Groningen
Startdatum onderzoek: Juni 2018
Einddatum onderzoek: Mei 2020

De vraagstelling van het onderzoek
Hoewel er diverse effectieve psychosociale interventies beschikbaar zijn die zich richten op het herstel bij mensen met EPA, zijn deze vaak niet goed toepasbaar bij de mensen in de langdurige zorg vanwege ernstige communicatieve en cognitieve beperkingen. Een effectieve interventie die zich goed leent voor deze doelgroep is Cognitieve Adaptatie Training (CAT). Echter, wat geldt voor vele interventies, geldt ook voor CAT; het is moeilijk om de interventie een plek te geven in de reguliere zorg. Deze kloof tussen wetenschap en praktijk staat bekend als de “science-to-service gap”: ondanks dat onderzoek heeft aangetoond dat interventies effectief zijn, blijkt slechts een klein deel van de cliënten hiervan gebruik te maken. Om deze kloof te verkleinen is een implementatieprogramma ontworpen op basis van wetenschappelijke literatuur en kennis uit de praktijk. De onderzoeksvraag is of dit implementatieprogramma bruikbaar en effectief is voor de implementatie van CAT zodat hiermee het aantal mensen dat kan profiteren van de interventie kan worden vergroot.

Het onderzoek
CAT is een psychosociale interventie gericht op het verbeteren van het dagelijks leven van mensen met EPA. Door compensatiestrategieën te ontwikkelen en hulpmiddelen in te zetten worden de cognitieve problemen omzeild, zodat mensen hun individuele doelen kunnen bereiken. Om de implementatie te onderzoeken zijn instellingen benaderd die zorg verlenen aan mensen met EPA in de langdurige zorg. Het primaire doel van dit onderzoek is het implementatiesucces verhogen. Het secundaire doel is de effectiviteit van de interventie te verhogen door de implementatie te verbeteren. Er worden vier metingen gedaan, aan de start, na drie maanden, na zes maanden en na twaalf maanden. De primaire uitkomstmaten zijn de modelgetrouwheid, het bereik en de continuïteit van de interventie. Voor het secundaire doel zal een meetinstrument worden gebruikt dat de levensvaardigheden van de mensen in kaart brengt.

Verwachte output
Als na onderzoek blijkt dat het implementatieprogramma effectief is om CAT op een duurzame manier te verankeren in de zorg, dan biedt dit de mogelijkheid om CAT op brede schaal te implementeren. Bovendien zou dit implementatieprogramma in de toekomst gebruikt worden om andere psychosociale interventies of innovaties in de langdurige psychiatrische zorg te implementeren. Daarmee levert dit onderzoek een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de ‘science-to-service gap’.