Traumagerichte interventies bij vluchtelingenkinderen met PTSS

In een gerandomiseerd onderzoek (KIEM) wordt de effectiviteit van traumagerichte interventies bij vluchtelingenkinderen met PTSS onderzocht.

In het kort
Hoofdonderzoeker: G.T.M. (Trudy) Mooren, Prof. dr.
Betrokken instelling: Universiteit Utrecht, ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum
Startdatum onderzoek: februari 2021
Einddatum onderzoek: oktober 2023
Aantal patiënten in onderzoek: 96

De vraagstelling van het onderzoek
Deze studie heeft als doel bij te dragen aan kansen op herstel bij kinderen die belast zijn met posttraumatische stress. Getraumatiseerde vluchtelingenkinderen laten een complex scala aan symptomen zien. Velen zijn blootgesteld aan meerdere stressvolle ervaringen zoals geweld, verlies, migratie en veranderende en moeilijke leefomstandigheden. EMDR wordt in Nederland op grote schaal toegepast bij kinderen met psychotrauma klachten. KIDNET is een methode die specifiek ontwikkeld is voor vluchtelingenkinderen, maar wordt in Nederland nog beperkt aangeboden. Beide therapieën worden als veelbelovend beschouwd. Dit onderzoek bestudeert de effecten van EMDR en KIDNET als traumagerichte therapieën voor vluchtelingenkinderen met PTSS: Kunnen deze kinderen met deze interventies goed worden geholpen?

Methode
Deze gerandomiseerde gecontroleerde studie is uitgevoerd door meerdere instellingen op meerdere locaties. Gestandaardiseerde instrumenten zijn gebruikt voor en na de behandeling, wekelijks tijdens therapie of wachtlijstperiode en na 3 maanden follow-up. Deelnemers aan het onderzoek zijn vluchtelingenkinderen tussen 8 en 18 jaar, met tenminste een ouder of opvoeder in Nederland.

Resultaten
Er heeft het beoogde aantal kinderen aan de studie deelgenomen. Kinderen hebben één van beide behandelingen gekregen: KIDNET of EMDR. Een derde van de kinderen heeft daarop eerst 8 weken moeten wachten (volgens loting). De kinderen zijn uit verschillende landen en regio’s van de wereld afkomstig; de meeste echter komen uit Syrië (64). Er hebben 57 jongens en 39 meisjes meegedaan. Eén op 7 kinderen is vroegtijdig gestopt met de behandeling – dat is een lagere drop-out dan in andere studies is gevonden. Op basis van interviews over wat kinderen en hun ouder(s) van de behandeling vonden, heeft dat vermoedelijk te maken met het feit dat we naar kinderen toekwamen, en dat er met culturele mediators werd gewerkt. Dat wekte vertrouwen.

Alle behandelingen zijn in het najaar van 2023 afgerond. De behandelingen waren beide zeer effectief voor de traumatische stress klachten: er werden hoge effectsizes gevonden (groter dan 1). Terwijl beide behandelingen zeer effectief zijn, wordt met EMDR een nog sterkere afname van traumatische stressklachten bereikt dan met KIDNET.

Output
De resultaten zullen worden gepubliceerd in (inter)nationale tijdschriften voor clinici en wetenschappers. We willen de bevindingen breed verspreiden, om zo de toegang tot deze behandelingen voor zoveel als mogelijk kinderen die dat nodig hebben te bevorderen. Immers, kennis over effectieve behandelingen voor psychische problemen gerelateerd aan traumatische gebeurtenissen bij kinderen blijft achter in vergelijking met kennis over behandelingen voor volwassen vluchtelingen. Kinderen van vluchtelingen vormen een uitdaging voor de geestelijke gezondheidszorg, door de complexiteit van hun leefomstandigheden en van hun problematiek. Tijdig, efficiënt en effectief interveniëren is nodig om lange termijn gevolgen te voorkomen. De uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek zullen verder worden gedeeld in een symposium dat we medio 2024 bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum organiseren.