Tussen hemel en hel

Kwantitatief onderzoek naar de prevalentie van religieuze/spirituele ervaringen bij cliënten die in ambulante behandeling zijn voor een bipolaire stoornis

In het kort
Hoofdonderzoeker: Eva Ouwehand, Ma
Betrokken instelling: Polikliniek Bipolaire Stoornissen van Altrecht Utrecht
Startdatum onderzoek: April 2017
Einddatum onderzoek: Juli 2017
Aantal cliënten in onderzoek: 196

De vraagstelling van het onderzoek
Doel van het onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de prevalentie van religieuze en spirituele ervaringen bij cliënten die in behandeling zijn voor een bipolaire stoornis.

Het onderzoek
Er is een vragenlijstonderzoek afgenomen onder alle ambulante/poliklinische cliënten van de afdeling Altrecht Bipolair in een bepaalde periode.
De onderzoekers hebben religieuze ervaringen in eerder kwalitatief onderzoek geëxploreerd. De frequenties van deze ervaringen zijn in het vragenlijstonderzoek vergeleken met Nederlandse sociologische gegevens over religieuze ervaringen (God in Nederland 2006/7 en 2015). Ook is nagegaan hoe deze ervaringen samenhangen met het type bipolaire stoornis (bij type I wel psychotische ervaring mogelijk en bij type II niet) en de verschillende episodes (manie, depressie, stabiel). Tenslotte is nagegaan hoe de frequenties van deze ervaringen en hun blijvende invloed zijn verdeeld over religieuze affiliatie, religieuze opvoeding en religieuze zelftypering. De verwachting was dat de niet religieus opgevoede groep die ook nu geen religieuze affiliatie heeft, lager zou scoren dan de andere groepen.

Resultaat
De gemeten religieuze ervaringen komen regelmatig voor in de groep cliënten met een bipolaire stoornis, met name bij mensen met diagnose type I. Hoewel de ervaringen vaker tijdens manieën voorkomen dan als mensen hersteld zijn, komen sommige ervaringen toch niet veel meer voor dan in de algemene bevolking. Mystieke of eenheidservaringen komen twee keer zo vaak voor in de onderzochte groep. De minder vaak voorkomende ervaringen kunnen niet vergeleken worden met sociologisch onderzoek vanwege het ontbreken van gegevens. Participanten die niet religieus zijn opgevoed en ook geen religieuze affiliatie hebben, hebben significant minder vaak religieuze ervaringen dan de andere groepen.
Meer dan de helft van de cliënten ervaart een positieve invloed van de ervaringen. Het feit dat 20% van de participanten maar één keer een religieuze ervaring heeft gehad en er steeds ook een percentage is dat de ervaring alleen tijdens stabiele perioden heeft, leidt tot de conclusie dat de ervaringen voor een deel aan de bipolaire stoornis gerelateerd zijn, maar voor een deel ook niet.
Voor de klinische praktijk is het van belang om te weten wat de prevalentie van religieuze en spirituele ervaringen in de gehele groep bipolaire cliënten is. Uit eerder kwalitatief onderzoek bleek dat een groot deel van de participanten worstelt met het duiden van de ervaringen die voorgekomen zijn tijdens manieën en depressies. Uit dit onderzoek blijkt dat iets meer dan de helft van de mensen die religieuze ervaringen hebben daarvoor meer aandacht zou wensen in de behandeling. De helft van alle participanten vindt meer aandacht voor spiritualiteit/geloof in de behandeling belangrijk. Spiritualiteit en zingeving zijn belangrijke thema’s in de herstelbeweging.