Religie: de olifant in de kamer van suïcidaliteit?

Studie naar het beschermend effect van religie en spiritualiteit door het kennisinstituut christelijke GGZ 

In het kort
Hoofdonderzoeker: Drs. A. van den Brink
Betrokken instelling: Eleos
Startdatum onderzoek: 1 januari 2018
Einddatum onderzoek: 31 december 2021
Aantal patiënten in onderzoek: 100

De vraagstelling van het onderzoek
Veel studies laten zien dat Religie en Spiritualiteit (afgekort als R/S) een beschermend effect lijken te hebben op suïcidaliteit. Er is nog niet onderzocht hoe de verschillende aspecten van R/S samenwerken om mensen te helpen om wanhoop in het dagelijks leven het hoofd te bieden en suïcidaliteit tegen te houden. Echter, mensen met een ernstige depressie kunnen een punt bereiken waarbij R/S hen niet meer weerhoudt van suïcidaal gedrag. Ook het verloop van suïcidaliteit en het verband van dit verloop met verandering van R/S is nog niet wetenschappelijk onderzocht.

Toelichting van hoofdonderzoeker Bart van den Brink
“Dit onderzoek is zo belangrijk omdat het gaat over de beïnvloeding van de factoren onderling. Als je meer weet van deze dynamiek, kan je ook betere interventies doen. Nu is de richtlijn bij depressie bijvoorbeeld, dat aangesloten zijn bij een kerk beschermend werkt bij suïcidaliteit. Maar waarom precies, is nog onduidelijk. De richtlijn zegt niets over wat we ermee kunnen. Uiteindelijk is het idee dat als je beter weet wat er gebeurt en hoe de dingen onderling samenhangen, je ook gerichter kunt behandelen. Bijvoorbeeld door via een gepersonaliseerde app handreikingen te doen die beschermend werken en die de weerbaarheid van de cliënt vergroten.
Het doel van dit ESM-onderzoek is daarom niet alleen meer theoretisch inzicht krijgen in genoemde processen, maar ook dat het op termijn een betere behandeling oplevert, waarin de geloofsfactor een expliciete rol heeft. De resultaten zouden ervoor kunnen zorgen dat er beter aangesloten kan worden bij existentieel herstel in de behandeling. Voor het zover is, moet er nog wel wat werk verzet worden.
In deze eerste fase van onderzoek doen 30 deelnemers mee. We verwachten dan genoeg resultaten te hebben voor de eerste publicaties. Ook kunnen we de resultaten gebruiken om het onderzoeksprotocol bij te werken. Tegen die tijd hebben we meer inzicht in de vraag of wat we willen onderzoeken, ook daadwerkelijk te meten is, en of daarin nog aanpassingen gedaan moeten worden.
Het vervolgonderzoek zal onder een grotere groep cliënten gedaan worden, en het idee is dit ook bij reguliere GGZ-instellingen te doen. Dit is interessant omdat zingeving, religie en spiritualiteit ook een bredere invloed hebben. De vraag of spiritualiteit beschermend werkt, is bijvoorbeeld ook voor niet-gelovigen relevant. Het ESM-onderzoek is daarom voor een grote groep cliënten van belang.”

Het onderzoek
De Experience Sampling Method (ESM) opent nieuwe wegen naar wetenschappelijk begrijpen van suïcide. De ESM brengt relevante informatie over het leven, ervaringen en overtuigingen van suïcidale individuen in kaart. Met behulp van ESM wordt onderzocht wat de wisselwerking is tussen R/S, psychopathologie en suïcidaliteit.
Het onderzoeksproject bestaat uit drie fasen:
I. Gebruiker co-creatie fase. Zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen doen hieraan mee. Op basis hiervan wordt een onderzoeksprotocol gemaakt voor fase II.
II. Pilotstudie. N=25. Dit is een ESM beoordeling van depressie. Innovatieve onderwerpen zijn beoordeling van suïcidaliteit en religieuze overtuigingen en hun wisselwerking.
III. Hoofdstudie. N=100. Verder uitwerken en testen van hypothesen over interactiepatronen van suïcidaliteit, religie en depressie.

Verwachte output
Het doel van deze studie is om bewezen effectieve, persoonsgerichte behandelstrategieën te ontwerpen die R/S gebruiken voor preventie en behandeling van suïcidaliteit. Bijvoorbeeld: als actieve steun van een religieus netwerk heeft bewezen een effectieve manier te zijn om suïcidaliteit te reduceren, dan kan dit een reden zijn om een interventie te ontwikkelen die deze ondersteuning stimuleert.