Psychische problemen bij Marokkaanse Nederlanders

Culturele context en samenhang met hulpzoekgedrag; een kwalitatieve studie 

In het kort
Hoofdonderzoeker: Madelien van de Beek
Betrokken instelling: UMCG Groningen
Startdatum onderzoek: 1 september 2019
Einddatum onderzoek: 1 februari 2021
Aantal deelnemers in onderzoek: 20

De vraagstelling van het onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat Marokkaanse Nederlanders, de op één na grootste migrantengroep in Nederland, een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van psychiatrische stoornissen. Uit een eerdere kwalitatieve studie van een online discussieforum kwam naar voren dat niet alleen wachttijden en taalbarrières, maar ook de sociale en culturele migratieachtergrond een belemmering kunnen vormen bij het zoeken naar hulp. In het bijzonder als er binnen de eigen cultuur een taboe rust op psychische problematiek. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan.

Het onderzoek
Met een kwalitatieve onderzoeksmethode worden interviews afgenomen bij Marokkaanse Nederlanders. De deelnemers worden expliciet buiten de gezondheidszorg geworven, bijvoorbeeld via de website Marokko.nl. In de interviews wordt onder meer gevraagd hoe de deelnemers psychische problemen verklaren en welke remedie zij suggereren. Ook wordt gevraagd hoe belemmerend of behulpzaam zij hun sociale omgeving ervaren bij psychische problemen.
In de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap spelen verschillende invloeden een rol; de Westerse geneeskunde, de Islam en folklore. De Westerse geneeskunde verklaart psychische problemen door genetische aanleg en omgevingsfactoren. Een traditioneel religieus ingestelde migrant heeft een ander referentiekader en zal bijvoorbeeld een Djinn (volgens de Islam een bovennatuurlijk wezen) aanwijzen als oorzaak van de psychische problemen. Hij vertrouwt in dat geval eerder op een religieuze genezer dan op de medische remedies van de Westerse geneeskunde. Er zijn ook migranten die de religieuze en Westers medische verklaringen combineren in hun denkwereld.

Resultaten
 In dit onderzoek is middels 13 diepte-interviews onderzocht hoe Marokkaanse Nederlanders psychische problemen ervaren.

Het belangrijkste resultaat is dat het zeer ongebruikelijk bleek om over psychische problemen te praten met familieleden, vrienden of zelfs partners. Psychische problemen zijn taboe. Het taboe werd verklaard vanuit verschillende aspecten: opvoeding, moeilijke levensomstandigheden, religie en aspecten van de Marokkaanse cultuur (normen en waarden en sociale omgang). De invloed van cultuur werd als meest belangrijk beschouwd.

Als tweede onderwerp zijn de verklaringen geïnventariseerd die deelnemers hadden voor hun klachten. Deze konden we indelen in: biomedische, religieuze, persoonlijke en psychosociale verklaringen. De wijze waarop de deelnemer zijn klachten verklaarde, had natuurlijk invloed op de manier waarop hij/zij met de klachten omging. Deelnemers waren geneigd eerst zelf een oplossing voor hun problemen te zoeken. De meesten ervoeren daarbij steun van god. Bij aanhoudende klachten werd soms hulp van een religieuze genezer en vaker hulp van de GGZ ingeschakeld. Het hulp zoeken werd in belangrijke mate beïnvloed door het taboe op psychische problemen. Ten slotte is gevonden dat tussen generaties verschil zit in zowel de verklaringen als het hulp zoeken voor psychische problemen, wat een belemmering is voor het geven van ouderlijke steun.