Onvervulde interpersoonlijke behoeften: een sleutelfactor bij angst en depressie?

Een project met NESDA data

In het kort

Hoofdonderzoeker: dr. Marije aan het Rot
Betrokken instelling: Rijksuniversiteit Groningen
Startdatum onderzoek: 1 september 2024
Einddatum onderzoek 31 augustus 2026
Aantal patiënten in onderzoek: ~1500-2000

De vraagstelling van het onderzoek

Kunnen onvervulde behoeften aan interpersoonlijke controle en nabijheid het beloop van angst en depressie verklaren?

Het onderzoek

Angst en depressie komen veel voor en vertonen vaak een chronisch beloop. De meeste personen met ernstige angst- en depressieklachten ervaren daarbij moeilijkheden of conflicten in hun sociale interacties. Deze problemen in de omgang met anderen komen mogelijk voort uit onvervulde behoeften aan controle en/of nabijheid. Dergelijke onvervulde behoeften spelen mogelijk niet alleen een rol bij de ervaren sociale problemen maar ook bij het ontstaan en voortduren van de angst- en depressieklachten zelf. In dit project onderzoeken we daarom of de behoeften aan interpersoonlijke controle en nabijheid inderdaad het beloop van angst en depressie kan helpen verklaren. We maken daarbij gebruik van gegevens die verzameld zijn in de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA); een longitudinaal onderzoek bij een grote steekproef van patiënten met een angststoornis en/of depressieve stoornis. Door ons te concentreren op de onvervulde interpersoonlijke behoeften van patiënten, streven we ernaar hun behandeling te helpen optimaliseren.

Verwachte output

Met de subsidie kan een postdoctoraal onderzoeker aangesteld worden. Deze persoon zal het voortouw nemen bij het genereren van meerdere internationale wetenschappelijke artikelen. Ook streven wij ernaar om minimaal één artikel in een voor behandelaars relevant Nederlands tijdschrift te publiceren. De maatschappelijke output omvat onder meer bijdragen aan de jaarlijkse NESDA-nieuwsbrief en presentaties en workshops over de rol van interpersoonlijke behoeften bij mensen met angst en depressie op conferenties die zich richten op behandelaars. Hierbij willen we ook opties creëren om in samenwerking met zowel behandelaars als patiënten na te denken over praktische hulpmiddelen die kunnen worden ingezet bij het optimaliseren van de behandeling. Om de patiëntengroepen en het algemene publiek te bereiken, zullen we ook op andere, meer laagdrempelige manieren de implicaties van de resultaten communiceren, bijvoorbeeld via op sociale media te delen videoclips en podcasts.