Online Interpersoonlijke Psychotherapie

Onderzoek naar haalbaarheid en effecten

In het kort
Hoofdonderzoeker: Tara Donker, PhD
Betrokken instelling: VU Amsterdam
Startdatum onderzoek: December 2018
Einddatum onderzoek: April 2020
Aantal patiënten in onderzoek: 40

De vraagstelling van het onderzoek
Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en Interpersoonlijke Psychotherapie (IPT) zijn behandelmethoden voor depressie. Tegenwoordig zijn de meeste internet interventies gebaseerd op CGT. Echter, niet alle patiënten en therapeuten geven de voorkeur aan CGT. Zij zouden de mogelijkheid moeten hebben om voor een andere behandeling te kiezen. De vraag is of een nieuwe online toepassing van IPT voor depressie (e-IPT), qua haalbaarheid en effecten een goed alternatief is voor CGT.

Het onderzoek
De e-IPT wordt toegepast in een korte versie (6 weken, n=20) en een uitgebreide versie (16 weken, n=20), in respectievelijk de basis GGZ en specialistische GGZ. Er worden metingen gedaan voorafgaand aan de interventie, na de interventie en in een follow-up na drie maanden.
Deelnemers zijn afkomstig uit de GGZ InGeest polikliniek voor depressie en van eHealth@mind, de online afdeling van GGZ InGeest. De deelnemers zijn tussen 18 en 64 jaar oud en zijn gediagnosticeerd met een unipolair depressieve episode (DSM V). Patiënten met ernstige bijkomende psychiatrische stoornissen doen niet mee aan het onderzoek. Medicatiegebruik is geen uitsluitingscriterium maar zal gemonitord worden gedurende de interventie.
Bij het meten van de effecten door middel van vragenlijsten wordt onder meer gekeken naar mate van depressie, angst, sociale aanpassing en alcoholgebruik. Dit is een pilot studie, als de resultaten goed zijn kan de interventie op grotere schaal worden uitgerold in de basis- en specialistische GGZ.

Verwachte output
Meer dan een half miljoen Nederlanders lijdt aan depressie. Dit betekent een last voor henzelf maar ook voor hun omgeving en het is een grote kostenpost voor de economie. De verwachting is dat de online toepassing van IPT de potentie heeft om depressieve symptomen van patiënten uit de eerste- en tweedelijnszorg GGZ te reduceren. Dit project kan IPT, een bewezen behandelmethode voor depressie, makkelijker toegankelijk en kosteneffectief maken. Door deze optie aan bestaande e-Health programma’s toe te voegen kunnen patiënten beter worden behandeld, passend bij de voorkeuren van henzelf en die van de behandelaars.

Resultaten
Binnen de bGGZ kwam de werving niet tot stand omdat zowel patiënten als behandelaren geen online behandeling wilden aanbieden nadat er eerst een face-to-face contact had plaatsgevonden. Daarnaast was er onbekendheid met IPT. In de sGGZ voltooiden 18 van de 21 patiënten (86 %) de e-IPT behandeling. Patiënten scoorden de gebruiksvriendelijkheid als onvoldoende . Ze waren echter wel tevreden. Patiënten die e-IPT hadden afgerond hadden een significante afname van depressie. Uit de kwalitatieve interviews bleken de patiënten erg tevreden over e-IPT maar waren de face-to-face sessies wel nodig voor toepassing op hun persoonlijke situatie en het kiezen van een probleemgebied. Behandelaren geven aan dat zij het idee hebben dat patiënten sneller tot de kern van hun probleem komen. Door de oefeningen worden patiënten gedwongen zelf actief aan hun herstel te werken. Zij hebben het idee dat dit motiverend werkt en tevens tot een basis structuur leidt waarbij patiënten sneller inzicht vergaren. Secundaire uitkomstmaten worden nog geanalyseerd.

Conclusie
E-IPT met e-mailondersteuning binnen de bGGZ is niet haalbaar wanneer er eerst een face-to-face intake gesprek heeft plaatsgevonden. Op basis van de resultaten uit deze studie kan de conclusie worden getrokken dat blended e-IPT binnen de sGGZ haalbaar is waarbij patiënten tevreden zijn. e-IPT werd echter niet als gebruiksvriendelijk beoordeeld. De eerste effecten op depressie zijn veelbelovend. Een vernieuwde versie van e-IPT met een aantal verbeteringen m.b.t. gebruiksvriendelijkheid maakt nu onderdeel uit van het behandelaanbod binnen de sGGZ.