De effecten van het Active Recovery Triad (ART) model
In het kort
Hoofdonderzoeker: Dr. Yolande Voskes
Betrokken instelling: Amsterdam UMC, locatie VUmc, Department of Medical Humanities; 18 ggz-instellingen en RIBW organisaties.
Startdatum onderzoek: 1 januari 2020
Einddatum onderzoek: 31 december 2022
Aantal patiënten in onderzoek: ± 180
De vraagstelling van het onderzoek
Ongeveer 21.000 mensen met een Ernstig Psychiatrische Aandoening (EPA) in Nederland wonen niet zelfstandig maar zijn langdurig opgenomen in ofwel klinische opnameafdelingen, woonhuizen op grote instellingsterreinen of in beschermde woonvormen. Er is lang gedacht dat er geen herstel meer mogelijk is voor deze groep mensen, waardoor zij ‘permanente bewoners’ van langdurige voorzieningen zijn geworden. In reactie hierop is het Active Recovery Triad (ART) model ontwikkeld, met als doel om de kwaliteit van zorg te verbeteren en herstel te bewerkstelligen voor mensen met EPA die zijn gestagneerd in hun herstelproces. Er wordt geprobeerd stappen te maken in het herstelproces op het gebied van gezondheid, identiteit, dagelijks leven en maatschappelijke rollen. Het is nog onvoldoende onderzocht of het ART model de gewenste effecten heeft.
Het onderzoek
Het ART model is ontwikkeld in samenwerking met professionals van ggz-instellingen, cliëntenorganisaties, familie ervaringsdeskundigen en ervaringsdeskundigen. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij 18 ggz-instellingen en beschermde woonvormen in Nederland die zijn gestart met het implementeren van het ART model. De effectiviteit van het ART model wordt op twee momenten gemeten (12 maanden na elkaar) aan de hand van de volgende verschillende onderzoeksmethoden.
1) Een audit en een terugkoppeling bij alle betrokken organisaties aan de hand van de ART monitor, om de implementatie van ART in kaart te brengen.
2) Het afnemen van de QuIRC (Quality Indicator for Rehabilitative Care) bij de teams van alle betrokken organisaties, om de kwaliteit van zorg te meten.
3) Het afnemen van de Integrale Herstelschaal (IHS) en de Mechelse Activiteitenschaal (MAS) bij minimaal 10 cliënten per ART team, om de mate van herstel en dagelijkse activiteiten die door cliënten worden ondernomen te meten. Ook wordt de uitstroom van cliënten bijgehouden.
Tijdens de tweede meting zullen er interviews worden gehouden met twee cliënten per ART team, samen met een naaste en een zorgprofessional (in de triade). Na de tweede meting worden er twee landelijke focusgroepen samengesteld om de onderzoeksresultaten te duiden.
Onderzoeksresultaten
De focus van dit onderzoek was op het Active Recovery Triad (ART) model.
Het ART model is een zorgmodel voor de langdurige ggz, waarbij de focus ligt op het herstelproces van cliënten met ernstige psychische aandoeningen en een actieve samenwerking in de triade (cliënt, naasten en zorgprofessionals). In dit onderzoek is de impact van het ART model onderzocht. Ten eerste is inzicht verkregen in de relatie tussen implementatie van het ART model aan de ene kant en herstelondersteunende zorg, herstel en tevredenheid van cliënten aan de andere kant. Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van audits bij 18 teams van verschillende organisaties. Audits werden gedaan op basis van de ART monitor, een modelgetrouwheidsschaal om de mate van implementatie van het ART model te meten. Daarnaast is er een vragenlijst afgenomen over herstelondersteunend werken in de teams (ROPI-R) en zijn er verschillende vragenlijsten afgenomen bij 101 cliënten over hun herstelproces en tevredenheid over de zorg en begeleiding. Het onderzoek bestond uit twee metingen over tijd met een jaar ertussen. We vonden een verband tussen het ART model en herstelondersteunende zorg zoals gemeten door de ROPI-R, wat de herstelgerichte inhoud van het ART model bevestigt. Hoewel de totale score op de ART monitor niet geassocieerd was met uitkomsten gericht op herstel en tevredenheid van cliënten, bleken bepaalde elementen van het ART model gerelateerd aan betekenisvolle hersteluitkomsten. Samenwerking in de triade, focus op scholing en professionalisering van medewerkers en een variatie in disciplines in het team bleken elementen van het ART model die samenhangen met betekenisvolle hersteluitkomsten op cliëntniveau. Ten tweede onderzochten we de impact van het ART model op de persoonlijke ervaringen en perspectieven van cliënten en naasten, die zorg ontvangen volgens het ART model. Interviews met negentien cliënten en vijf naasten zijn uitgevoerd waarin de drie principes van het ART model (Actief, Herstel en Triade) centraal stonden. Cliënten en naasten gaven aan hoe zij de principes van het ART model in de praktijk ervaarden. Cliënten gaven aan gemotiveerd te zijn om te werken aan hun herstelproces, actief te werken aan verschillende persoonlijke hersteldoelen en dromen te hebben voor de toekomst. Ze waardeerden de afdeling of woonvorm als een veilige omgeving, maar gaven ook aan zelfstandiger te willen wonen. Ook gaven cliënten en hun naasten aan hoe verschillende dimensies van herstel
in de praktijk worden gebracht en vonden zij specifieke voorwaarden voor herstelondersteunende zorg belangrijk, zoals specifieke expertise in het team en aandacht voor diversiteit. Bovendien werd ondersteuning voor naasten en contact met zorgverleners en andere cliënten belangrijk gevonden. De inzichten over wat cliënten en hun naasten belangrijk vinden in de zorg en begeleiding volgens het ART model bieden een uitgangspunt voor de doorontwikkeling van het
ART model en kunnen zo bijdragen aan verdere verbetering van de zorg in de langdurige ggz.
English
The focus of this research was on the Active Recovery Triad (ART) model, a care model developed to foster the recovery process of people with serious mental illnesses who are admitted in long-term mental health care. The ART model implies an active attitude of all parties involved with a focus on recovery and on cooperation in the triad (service users, their significant others, and care workers). This research investigated the impact of the ART model. First, insight was gained into the relationship between the ART model on the one hand, and recovery-oriented care, recovery and satisfaction of service users on the other hand. Audits were performed within 18 teams from different organizations. These audits were done based on the ART monitor, a model-fidelity scale to assess the compliance to the principles of the ART model. Furthermore, a questionnaire was administered regarding recovery-oriented care within teams (ROPI-R) and several questionnaires were conducted with 101 service users regarding their recovery process and satisfaction with the care and support they receive. The study entailed a longitudinal design consisting of two measurements over time with one year in between the measurements. We found that compliance to the principles of the ART model is positively related to recovery-oriented care, as measured with the ROPI-R, confirming the recovery-oriented content of the ART model. Although overall ART fidelity was not associated to outcomes regarding recovery or service user satisfaction, some elements of the ART model were. A good cooperation in the triad, focusing on education and professionalization of staff and a variety of disciplines in the team seem to be elements of the ART model that contribute to meaningful recovery outcomes. Secondly, we examined the impact of the ART model on the personal experiences and perspectives of service users and significant others who receive care and support according to the ART model. Interviews with nineteen service users and five significant others were performed in which the three principles of the ART model (Active, Recovery and Triad) were central. Service users and significant others indicated how they experienced the three principles of the ART model in practice. Service users indicated to feel motivated in their recovery process, work actively on various personal recovery goals and have dreams for the future. They value the service as a safe environment, but also want to live more independently. Furthermore, service users and significant others indicated how different dimensions of recovery are addressed in care and support they receive and they considered specific conditions for recovery-supportive care important, such as specific expertise in the team and attention to diversity. In addition, the support from significant others, contact with care workers, and contact among service users are important. These insights into what service users and significant others find important in care and support according to the ART model provide a starting point for the further development of the ART model and can contribute to further improvement of care and support in long-term mental health care.