Behandeling van PTSS door jeugdmisbruik
Een studie waarin de effectiviteit van twee behandelmethoden vergeleken worden met een wachtlijst controlegroep
In het kort
Hoofdonderzoekers: drs. Paula M. de Jong en drs. Mellony van Hemert
Betrokken instelling: VU-MC Amsterdam | Onderzoeksinstituut EMGO
Startdatum: 2016
Duur onderzoek: 11 weken
Aantal patiënten in onderzoek: 173
De vraagstelling van het onderzoek
In Nederland zijn er jaarlijks ongeveer 100.000 slachtoffers van seksueel geweld. Het risico op het ontwikkelen van posttraumatische stressstoornis (PTSS) na seksueel misbruik is 45% voor vrouwen en 65% voor mannen. Het maatschappelijk belang van onderzoek naar de behandeling van PTSS is groot. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar wat de meest effectieve behandeling is voor PTSS bij patiënten die vroeg in hun jeugd seksueel en fysiek zijn misbruikt binnen de directe leefomgeving.
Het onderzoek
Dit onderzoek vergelijkt de effectiviteit van twee behandelmethodes: Imaginaire Exposure (IE) en Imaginaire Rescripting (IR).
Bij Imaginaire Exposure gaat men onder begeleiding in gedachten terug naar de herinneringen van de traumatische gebeurtenissen. Het doorwerken van de naarste momenten helpt om de herbelevingen en nachtmerries te verminderen.
Bij Imaginaire Rescripting is de blootstelling aan de traumatische ervaringen zo kort mogelijk. In verbeelding grijpt de patiënt met behulp van de behandelaar in en uit bijvoorbeeld woede op de dader.
IE is een bewezen effectieve behandeling voor patiënten met PTSS. Er zijn echter aanwijzingen dat de effectiviteit bij patiënten met PTSS als gevolg van jeugdmisbruik beperkt zijn. IR zou een meer geschikte behandeling voor deze doelgroep kunnen zijn, omdat deze zich richt op meerdere emoties. Deze behandelvorm is bij de betreffende doelgroep nog weinig onderzocht.
In dit onderzoek worden de twee behandelvormen IE en IR vergeleken met elkaar en met een wachtlijstcontrolegroep. Dit gebeurt onder andere door middel van vragenlijsten en klinische interviews.