Sekseverschillen in delictgedrag
Hoe psychiatrische stoornissen jeugddelinquentie bij jongens en meisjes beïnvloeden
In het kort
Hoofdonderzoeker: Louise Smallenburg onder supervisie van prof. dr. Maaike Kempes en dr. Sabine Roza
Betrokken instelling: Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), Erasmus MC
Startdatum onderzoek: januari 2023
Einddatum onderzoek: januari 2024
Aantal patiënten in onderzoek: reeds verzamelde gegevens van ruim 1000 jongeren uit de iBerry studie
De vraagstelling van het onderzoek
Meer jongeren plegen ernstige delicten. Dat is zorgelijk vanwege de impact op slachtoffers en samenleving, maar ook omdat de ontwikkeling van de jongere zelf stagneert. Meisjes komen weliswaar minder vaak in detentie terecht, maar de laatste jaren neemt het aantal meisjes dat agressief en/of crimineel gedrag laat zien toe. Bekend is al dat factoren als impulsiviteit en beloningsgevoeligheid samenhangen met delictgedrag. Deze factoren kunnen ook kenmerken van psychiatrische stoornissen zijn. Bij meisjes lijkt dit op andere wijze te werken dan bij jongens.
Dit onderzoek heeft als doel inzicht te geven in hoe psychiatrische stoornissen delictgedrag beïnvloeden. Daarnaast worden eventuele verschillen tussen jongens en meisjes onderzocht, omdat daar tot nog toe minder aandacht voor is geweest. De vraagstelling luidt: Hoe beïnvloeden psychiatrische stoornissen factoren die samenhangen met de ontwikkeling van delictgedrag bij jongens én meisjes?
Het onderzoek
In dit project wordt onderzocht hoe psychiatrische stoornissen en delictgedrag nu precies met elkaar samenhangen aan de hand van de gegevens van ruim 1000 jongeren die vanaf 2015 meedoen aan een langlopend onderzoek over gezond opgroeien (de iBerry studie van het Erasmus MC, hoofdonderzoeker Nina Grootendorst – van Mil). Op meerdere meetmomenten zijn vragenlijsten, interviews, neuropsychologische testen en biologische metingen gedaan. Psychiatrische problemen en delictgedrag werden ook gedetailleerd in kaart gebracht. Aan het onderzoek doen relatief veel jongeren mee met grensoverschrijdend (36%) en agressief (20%) gedrag, maar de verdeling tussen jongens en meisjes is door de selectie van deelnemers 50-50 gebleven. Daardoor is het goed mogelijk om verschillen in de relatie tussen psychiatrische stoornis en delict bij jongens én meisjes te onderzoeken.
Verwachte output
De projectresultaten kunnen de kennis van behandelaren in de (forensische) kinder- en jeugdpsychiatrie over de invloed van psychiatrische stoornissen op het risico op delictgedrag vergroten. Ze bieden aanknopingspunten om interventies eerder, gerichter én seksespecifiek in te zetten, en zo (erger) delictgedrag te voorkomen en maatschappelijke kosten en lasten terug te dringen.
De uitvoering wordt gerealiseerd door samenwerkingsverbanden van het NIFP met justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s) en (forensische) jeugdinstellingen, en van de iBerry studie met ggz-instellingen.